'Magnum opus' van Rinus Gout
Wegbereiders van vrijmetselaren


bespreking in 'ken Uzelve'   —   juni 2009

In boeken over de bouw van middeleeuwse kathedralen gaat het bij uitzondering over het grote concept daarachter, en slechts zelden komt het verband met de symboliek van de vrijmetselarij aan de orde.
Rinus Gout voorziet in deze lacune met zijn nieuwe, rijk geïllustreerde, boek ‘Geometrie van de tempel   —   de maçonnieke bouwsymboliek verklaard aan de hand van de kathedraal van Amiens’.
Het is een voortzetting en samenvatting van de in een heel leven opgedane kennis, waarover de schrijver ook in dit blad regelmatig publiceert.

Op zijn bekende heldere en puntige wijze neemt de schrijver de lezers mee naar de gulden snede, de vijfhoek en de vijfpuntige ster, de cirkel, driehoek en vierkant, de vijf platonische lichamen, de getallensymboliek, alsof hij zich richt tot aankomende studenten die nog snel de grondbeginselen moeten leren voordat ze bij de bouw kunnen worden ingezet.

In het tweede hoofdstuk heeft Gout het over drie tempels. De eerste is die van Jeruzalem, “waarvan de door God aan Mozes overhandigde gegevens door David als uitgangspunt werden aangenomen, maar die uiteindelijk door zijn zoon Salomo werd gerealiseerd”.
De tweede tempel werd gebouwd nadat die van Salomo in 587 v.C. door de troepen van Nebukadnezar was vernield. En, verrassend voor vrijmetselaren, dan voert Rinus Gout nog een derde tempel ten tonele, door de profeet Ezechiël als een soort visioen beschreven   —   het blijft de vraag of die ooit bestaan heeft.

Een derde, wél bestaande tempel, is het door Filips II gebouwde Escoriaal (1563-1584).
Wie ook nog de Rosslyn Chapel in dit rijtje wil zien komt in dit boek niet aan zijn trekken. Voor verhalen over die vermeende kopie-tempel moet men in andere boeken te rade gaan.
Wel legt de schrijver uit hoe de middeleeuwse kathedralen in feite in steen opgetrokken en uitgehouwen prentenboeken zijn.
De functies van die kathedralen en de geometrische systemen die erin zijn toegepast worden uitgelegd in een ‘rondgang’ door het bouwwerk, van de vloer met het labyrint tot de roosvensters en de talloze erin verwerkte getallen 3, 4 en 5.

De auteur verbindt de kathedraal met het tableau als symbolisch bouwplan van de vrijmetselaren.
Hij gaat in op de betekenis van passer en winkelhaak, de geblokte vloer, de trap en de tempelpoort, de twee kolommen, het schietlood en de waterpas, de letter G, het koord met de negen knopen, de drie vensters en de getande rand.
Daarmee wordt dit boek tevens een nuttig hulpmiddel bij een bouwstuk over het tableau.
Ten slotte wordt beknopt ingegaan op de ideeën van Carl Gustaf Jung en de alchemie.

De uitgave door De Steensplinter in Gouda kon mede tot stand komen dankzij een gift van de Stichting Maçonnieke Initiatieven Rotterdam. Daardoor kon de prijs ook bescheiden blijven.

terug   terug









versie 9.47