logo Steensplinter
      de Steensplinter   —   archetypen van de maçonnieke tempel
deel 7   
aanklikken

• wapentapijt van Don Juan Zuniga y Fonseca
(Brussel, 1675)




   Archetypen
   van de
   maçonnieke tempel
deel 7:
profane 'maçonnieke' symboliek


eerder gepubliceerd:
in KEN UZELVE
januari 2008

Overige afleveringen:
1. inleiding
2. reizend van het oosten
    naar het westen

3. vuur, taal en moraal
4. Amduat
    de reis van de zon
    door het noorden

5. op uzelf komt het aan
6. de verborgen bouwmeester
8. de innerlijke mens
9. de weg naar de
    middenkamer


In voorbereiding
(verschijnt binnenkort):
10. het kosmische licht
11. zeven duizend jaar
    zomer sintjan
12. ritus zonder functie
13. de twaalf wachters
    van het 'eeuwige westen'


home  terug naar Steensplinter





aanklikken

• zo boven - beneden
(Rafaël, 1509)


aanklikken

• tempel van Salomo
(Noord-Frankrijk, ca. 1550)


aanklikken

• Windgoden bij de geboorte van Venus
(Botticelli, ca. 1482)


aanklikken

• Minerva met de lauwerkrans van de Rede
(Botticelli, ca. 1482)


aanklikken

• titelblad 1612)


aanklikken

• titelblad ca. 1580)


aanklikken

• titelblad 1628)

aanklikken

• titelblad uitgave Rousseau begin 18e eeuw)





met dank aan Ip, de echtgenote van mijn inmiddels 103 (!) jaar oude broeder Mac Gillavry, die mij een stapel oude bulletins van het Rijksmuseum schonk, waarin deze aanwinst werd vermeld (objectnummer BK-1974-100)





versie 8.12



profane 'maçonnieke' symboliek

wapentapijt
van de graaf van Monterey (1675)


J.A. den Ouden


Vrijmetselaren 'claimen' graag een vorm van historische exclusiviteit op het gebruik van 'specifiek maçonnieke' symbolen. Vaak ten onrechte, want zoals K. Verhoeff in 'Rondom de korenschoof ' (Steensplinter, 2006, p.13) aangeeft, kent onze werkwijze nauwelijks een eigen oorspronkelijke symboliek, maar betreft het vrijwel altijd reeds bestaande symbolen die aan het maçonnieke gebruik zijn aangepast.
Veel van die symbolieken bestonden allang vóór de oprichting van de eerste grootloge in 1717 in Londen. Zo was in de 16e en 17e eeuw in intellectuele kringen op het Europese vasteland het symbolische gebruik van een passer, schietlood, winkelhaak, hamer en beitel, een ruwe en kubieke steen, een geblokte vloer, twee kolommen, de tempel van Salomo, enz., algemeen verbreid en zijn heel wat titelbladen van publicaties uit die tijd verlucht met dit soort 'typisch maçonnieke' symbolen. Waarschijnlijk zelfs met dezelfde basisbetekenis, zodat vrijmetselaren in die zin vermoedelijk heel wat minder exclusief zijn dan ze soms denken.

Wapentapijt
Een sprekend voorbeeld van dit voortijdige 'profane' gebruik van typisch maçonnieke symboliek, is het in 1674-75 in Brussel voor Don Juan de Zuniga y Fonseca (1649-1716), graaf van Monterey en Fuentes en markies van Taracona, vervaardigde wapentapijt.
Deze jonge edelman was door de Spaanse kroon in 1670-75 als landvoogd over de (toen nog Spaanse) Zuiderlijke Nederlanden aangesteld, met als taak om deze militair te versterken en verdedigen tegen de opdringende troepen van Lodewijk XIV.
Onder zijn verantwoordelijkheid is rondom Brussel en Gent een ring van forten en verdedigingswerken aangelegd, die een groot deel van de Vlaamse Zuidelijke Nederlanden toentertijd voor oorlogsgeweld hebben behoed en in 1672 de Franse invasiemacht op weg naar Nederland tot een omweg via de Maasvallei dwong.

Al met al dus best een roerige tijd en je vraagt je af wat iemand bezielt om in zo'n situatie een dergelijk groot en kostbaar wandtapijt (ca. 3,50 x 4,00 m !) te laten maken ?
Nu was het gebruik van een dergelijk tapijt in feodale kringen al sinds de middeleeuwen gebruikelijk. Om effectief als landeigenaar te kunnen functioneren was het noodzakelijk om regelmatig zelf ter plaatse te verschijnen, de belastingen te innen, recht te spreken en bestuurlijk de punten op de 'i' te zetten.
Bestuurder was een ambulant beroep en om ergens in stijl te kunnen verschijnen was een mobiele troonzaal nodig, waarin door allerlei attributen het gewone volk de nodige nederigheid werd ingepeperd en de betreffende aristocraat een minzaam soort boven het volk verheven vooruitstrevendheid en belezenheid ten toon kon spreiden.
In zo'n ambiance fungeerde een dergelijk groot wapentapijt als een makkelijk te vervoeren en op te hangen bedrijslogo en achtergrond-decor en onttrok het fluisterende adviseurs aan het oog.

Statussymbool
Don Juan was bij zijn aanstelling als landvoogd nog jong (21 jaar) en stond aan het begin van zijn carrière als adellijk bestuurder. Brussel was in die tijd één van de toonaangevende plaatsen waar dit soort tapijten vervaardigd werden en gezien de honderden in Spanje bewaard gebleven Vlaamse wandtapijten, was het een gewild statussymbool. Het is dus op zich niet verwonderlijk dat hij van zijn aanwezigheid ter plaatse gebruik gemaakt heeft om er één voor hemzelf te laten vervaardigen.

Hoewel ook toen kunstenaars vanwege kostenbesparing met clichés en voorbeeldboeken werkten en in hun ateliers ook anonieme confectie-tapijten op voorraad maakten (die dan later door het inwerken van losse elementen 'verpersoonlijkt' werden), is hier gezien de compositie van de figuren en het prominent aanwezige, ingeweven wapenschild vrijwel zeker sprake van een oorspronkelijk ontwerp.
Waarbij we vanwege het belang van de uitstraling die het op de aanwezigen moest hebben - te vergelijken met een hedendaags corporate image design - mogen aannemen dat naast de twee uitvoerend kunstenaars Jan de Melter en Jacob van der Borcht, ook don Juan zélf nauw bij het ontwerp betrokken is geweest.
Hetgeen echter niet wegneemt, dat het duidelijk past in de (strikt-roomskatholieke) Vlaams-humanistische traditie, zoals die door o.a. Rubens en Plantijn was gevestigd.
Het tapijt is in 1675, net voor het eind van don Juan's ambtsperiode in de Zuidelijke Nederlanden, gereed gekomen en het is de vraag of het hier ooit is gebruikt. Van de verdere geschiedenis is mij niets bekend, behalve dat het sinds 1974 deel uitmaakt van de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam.

Geblokte vloer
De compositie valt uiteen in drie delen:
• een smalle voorgrond, met een geblokte vloer,
   waarop een aantal (maçonnieke) werktuigen liggen.
• een geëmotioneerd centraal gebeuren rond het wapenschild van don Juan,
   dat direct vóór een poort is gesitueerd.
• een serene achtergrond van een classicistisch aandoende (=op de klassieke Oudheid
geïnspireerde) bebouwing, die vermoedelijk aan een zgn. voorbeeldboek is ontleend.

De voorgrond bestaat uit een geblokte vloer, die vanuit de poort (=begrenzing) een voortzetting vormt van de classicistische achtergrond en tevens de basis vormt voor de centrale compositie.
Zoals Mac Gillavry in 'Belang van ritueel' (Steensplinter, 2003, p.17-21) aangeeft, ontbreekt zowel profaan als maçonniek een eenduidige verklaring voor het gebruik ervan, die verder gaat dan als een symbool van 'de eenheid van uitersten'.
Een andere verklaring is dat het een uitbeelding is van de winkelhaak (de haakse hoek) en daarmee van de vaste wetmatigheid die aan de stof ten grondslag ligt.
Verder wordt sinds de Renaissance een zwart-wit geblokte vloer tevens in verband gebracht met de klassieke Oudheid en de helderheid in denken van de klassieke filosofen.
De vloer zou dus zowel een wetenschappelijk arbeidsveld, als een verbondenheid kunnen symboliseren van het heden (de centrale actie rond het wapenschild) met een in de klassieke (=Romeinse) Oudheid gegrondvest verleden.

Op deze vloer liggen een hamer, passer en winkelhaak, symbolen die in de 17e eeuw veel gebruikt werden om universele (=niet aan een kerk of religie gebonden) wetenschappelijke arbeid aan te duiden.
Waarom die hier liggen is onduidelijk, omdat een direct verband met de overige figuren ontbreekt. Tenzij dit het direct boven de hamer afgebeelde hoofd van Medusa betreft en de werktuigen een symbool vormen van een zoektocht naar de aard van de natuur, die tot een onverwachte gruwelijke ontdekking heeft geleid en van schrik zijn neergeworpen.

Centrale compositie
De centrale compositie rond het wapenschild valt uiteen in vier onderdelen:
• het wapenschild zèlf,
dat als een spiegel in een omlijsting is gevat (symbool van reinheid en waarheid, maar ook van voorzichtigheid).
Zowel boven als op het wapenschild is een kroon afgebeeld, als teken dat de betrokkene bevoegd is om namens de Spaanse kroon recht te spreken. Opvallend daarbij is dat onduidelijk blijft of hier een hertogen- of markiezenkroon is afgebeeld, hetgeen in dit soort kringen toch wel een opmerkelijke slordigheid zou betekenen. Tenzij hier op een subtiele manier de aspiraties van de nog jonge graaf/markies werden duidelijk gemaakt en het tapijt al bij voorbaat promotiebestendig is gemaakt.
Vóór het wapenschild staat een putti, met in de hand een aantal staven (=rechtsroeden), die vermoedelijk don Juan zèlf als wetshandhaver voorstelt.
De tweede, half verscholen putto zou een jongere broer kunnen voorstellen.

• links van het wapenschild
een driehoekige compositie, bestaande uit vier putti's als basis en twee bekende figuren uit de klassieke Oudheid, die het verleden symboliseren: Pallas Athene (klassieke Wijsheid) en Hercules (brute Kracht). De centrale figuur is Hercules, als symbool van de wildeman, de ongetemde oerkracht van de natuur. Vaak voorgesteld als een naakte man met een woeste baard, omgordt door eikeloof of een leeuwenvel, met op zijn hoofd een krans van eikebladeren en in zijn hand een knots (die door de putti's eveneens omvlochten wordt). Tijdens de Middeleeuwen was de keltisch-christelijke variant hiervan de 'Green Man' en in oudtestamentische taferelen Ezau met een ezelskinnebak.
Deze primitieve oermens kijkt hevig ontzet naar het opgeheven boek in de hand van de rechterfiguur.
Op de achtergrond staat Pallas Athene, symbool van uit de klassieke Oudheid overgeleverde kennis en wijsheid. Ze staat er mismoedig bij en kijkt de toeschouwer aan met een blik van "Tja, dat krijg je als je zonder nadenken met dingen speelt die je niet kent of begrijpt" en wijst met haar linkerhand op de rechterfiguur, in de trant van "Bij haar moet je nu zijn, ik ben verleden tijd".

• direct rechts van het wapenschild
staat de belangrijkste figuur van de compositie, die vermoedelijk de Rede voorstelt, het redelijk denken van het neo-classicisme en de Verlichting en wellicht tevens de naakte Waarheid.
Zij houdt een opengeslagen boek in haar hand (symbool van geleerdheid, wetenschap en nieuw verworven kennis) en wijst daarmee omhoog naar een brandende lamp, terwijl zij met haar andere hand omlaag wijst naar het op de vloer liggende hoofd van Medusa en/of de op de vloer liggende werktuigen: het sinds de Renaissance in Europa algemeen bekende hermetische/neoplatonische gebaar van 'zo boven - zo beneden' (dat we bijvoorbeeld ook op het bekende schilderij van Rafaël (1483-1520) 'de School van Athene' tegenkomen). Het gebaar kan echter ook geïnterpreteerd worden als een oproep tot arbeid ten dienste van de Rede.
Zij draagt een mantel bezaaid met sterren en op haar hoofd een krans, als ambtsteken om het woord te mogen voeren (=redenaar) en als symbool van wijsheid en toegewijdheid aan 'het hogere'.

• boven het wapenschild
zijn in de poort de vier windstreken (=symbool van de gehele aarde) afgebeeld, die we bijvoorbeeld ook in het bekende schilderij 'de geboorte van Venus' van Botticelli (1445-1510) tegenkomen en die een brandende olielamp (=het licht van wijsheid) aanblazen.

Achtergrond
Op de achtergrond zien we een classicistische (=op de klassieke Oudheid geïnspireerde) aandoende bebouwing met een poort, gevormd door twee kolommen en bekroond door een driehoekig tympaanveld en twee (graf)urnen.
De urnen verwijzen vermoedelijk naar vergankelijkheid, maar kunnen (evenals de poort) het grensvlak tussen het verleden en de Nieuwe Tijd (van Rede en Verlichting) aanduiden.
Centraal in het tympanveld zien we een cirkel (of spiegel), met daarin een kubus en een daarop staande driehoek (of een spitssteen), geflankeerd door twee palmtakken.

Helemaal op de achtergrond bevindt zich een koepelkerk.
Dat zou een verwijzing naar een specifiek gebouw kunnen zijn, bijvoorbeeld de in 1626 voltooide Sint Pieterskerk in Rome, of het Panthenon uit de klassieke Oudheid (dat in die tijd nog steeds als een onovertroffen hoogtepunt gold), of als een afbeelding van de tempel van Salomo.
Het een hoeft trouwens het ander niet uit te sluiten, want al in de middeleeuwen circuleerden in Europa afbeeldingen van de moskee van Omar op de Tempelberg in Jeruzalem, die (ten onrechte) als de tempel van Salomo werd beschouwd. Samen met de laatklassieke- islamitische mythe van Salomo als archetype van de wijze vorst, die alle geheimen van de schepping kende en deze in de tempel bewaarde. Waarmee een verbinding tot stand werd gebracht tussen de joods-christelijke-islamitische en de neoplatonische klassiek- humanistische traditie.
Opmerkelijk in de afbeelding is de transparantie, de hoeveelheid licht die tussen de kolommen door zichtbaar is en die we bijvoorbeeld ook in de titelplaat van het constitutieboek van Anderson uit 1723 tegenkomen en vermoedelijk geestelijke ruimte en verlichting moesten uitbeelden.

Getallensymboliek
Tenslotte nog een paar grapjes met getallen-symboliek. Het aantal instrumenten op de voorgrond bedraagt 3.
De linker-compositie bestaat uit 4 putti's + 2 mensen (man+vrouw) = symbool van onvolmaaktheid.
De rechter-compositie bestaat uit 2 putti's + 1 (de Rede) = 3 figuren.
De 4 windstreken vormen samen met de brandende olielamp het getal 5 (=het aantal elementen volgens Plato).
De linker- en rechter-compositie vormen samen met deze lamp een gelijkzijdige driehoek.
In de poort vormen de kolommen de getallen 1, 2 en 3 (totaal 2x3 kolommen).
Dan onder het driehoekige tympanveld twee kolommen, die afwisselend met het wapenschild op de voorgrond en de koepelkerk op de achtergrond het getal 3 vormen, en gezamenlijk met de olielamp het getal 5. Hetzelfde grapje kunt u met de kolommen aan weerszijden uithalen, waardoor het getal 7 en 9 ontstaat.

U ziet, een typisch maçonnieke afbeelding, vol met vrijmetselaarssymboliek, die zonder problemen in iedere loge een ereplaats zou krijgen.
Met slechts één klein mankementje:
het is bijna een halve eeuw ouder dan de oprichting van onze werkwijze in 1717, afkomstig uit een heel ander land en gebruikt in een totaal ander (orthodox Spaans katholiek) milieu.
Maçonnieke studies blijven verbazen en boeien.


vorige artikel terug    naar begin artikel omhoog    volgend artikel volgende

©   2011   -   uitgeverij de Steensplinter   -   All rights reserved