de Steensplinter
archetypen van de maçonnieke tempel
|
deel 8 |
het tot in de vorige eeuw gangbare religieuze wereldbeeld Archetypen van de maçonnieke tempel deel 8: de innerlijke mens eerder gepubliceerd: in KEN UZELVE februari 2008 Overige afleveringen: 1. inleiding 2. reizend van het oosten naar het westen 3. vuur, taal en moraal 4. Amduat de reis van de zon door het noorden 5. op uzelf komt het aan 6. de verborgen bouwmeester 7. profane 'maçonnieke' symboliek 9. de weg naar de middenkamer In voorbereiding (verschijnt binnenkort): 10. het kosmische licht 11. zeven duizend jaar zomer sintjan 12. ritus zonder functie 13. de twaalf wachters van het 'eeuwige westen' terug naar Steensplinter de bovenaardse sferen jongen die Cicero leest Camillo's geheugentheater Fludd's psychische theater, dat mogelijk model heeft gestaan voor Shakespeare's 'Globe Theatre' Filips II als koning Salomo voorbeeld van middeleeuwse geheugentechniek werking van de hersenen volgens R. Fludd versie 8.12 |
de innerlijke mens de ritus als psycho-drama J.A. den Ouden De maçonnieke werkwijze kent vele vormen van symboliek: bouwsymboliek, lichtsymboliek, plantensymboliek, kosmische symboliek, kleursymboliek, enz. Naast de bouwsymboliek neemt in de Nederlandse ritus de lichtsymboliek een belangrijke plaats in: de grote lichten, de kleine lichten, de kosmische lichten, het tableau dat ons de weg wijst naar het licht, dat ook in de duisternis schijnt, enz. Voor een deel wordt hier het begrip ' LICHT ' als metafoor gebruikt voor onze eigen weg naar innerlijke verlichting, voor het zoeken naar 'het licht in onszelf'. Zoals bijvoorbeeld met het trio 'wijsheid, kracht en schoonheid' (de 'kleine' lichten), dat een cyclisch bewustwordingsproces symboliseert. Waarbij de volgorde overigens arbitrair is, omdat wij de ene keer uit een gegeven 'kracht' zullen putten en een andere keer 'wijsheid' of 'schoonheid' zullen ervaren. Psycho-drama Deze vorm van lichtsymboliek is aan het eind van de 18e eeuw onderdeel van onze ritus geworden, toen de werkwijze een meer sacraal karakter kreeg en de idee ingang vond, dat de maçonnieke tempel een symbolische afspiegeling was van de innerlijke psyche van de mens en de ritus een soort psycho-drama, waarin de verschillende rollen vertolkt werden door archetypische deelaspecten van de betrokkenen zèlf. Dit met als doel om specifieke psychische veranderingen (van inzicht) in de deelnemers te weeg te brengen, resp. een al aanwezige verandering te versterken en te bestendigen. Geheugentechniek De oorsprong van dit idee ligt in een geheugentechniek, die al in de klassieke Oudheid door redenaars werd gebruikt om elementen van een lange toespraak te onthouden. Zij stelden zich hun redevoering voor als een virtuele rondgang door een gebouw, waarbij de afzonderlijke ruimten de verschillende hoofdonderwerpen voorstelden en de voorwerpen in die ruimten de afzonderlijke deelaspecten. Daarvoor maakten zij ondermeer gebruik van handboeken als 'De Architectura' van de Romeinse ingenieur en architect Vitruvius (ca. 85 - 20 v.C.), die naast de technische praktijk van het bouwen ruimschoots aandacht had geschonken aan de symbolische en esoterische aspecten daarvan. Ideeënleer van Plato De bekende Romeinse redenaar Cicero (106 - 43 v.C.) voegde aan deze geheugentechniek een metafysich element toe, door dit te koppelen aan de Ideeënleer van Plato. In essentie kwam het er op neer, dat volgens hem de schepping één bezield geheel vormde en dat van ieder aards voorwerp, gedachte of gebeurtenis niet alleen een ideale bovennatuurlijke tegenhanger bestond, maar dat alles was afgeleid van één (of een beperkt aantal) archetype(n). Leer de archetypen kennen en je hebt inzicht in hoe de schepping functioneert. Terwijl andersom door plaatsing van elementen van een gedachtengang in een zinnebeeldige tempel (die de schepping symboliseert) via confrontatie van deze aardse elementen met hun bovennatuurlijke tegenhanger nieuwe inzichten in hun aard en onderlinge verbanden ontstaan. Duale schepping Eén van de manieren om binnen deze gedachtengang het mysterie van de schepping te doorgronden, was het verzamelen van zoveel mogelijk kennis. Probleem daarbij was dat vanwege het subjectieve kader waarin deze kennis werd geplaatst, een spanningsveld ontstond tussen de objectief waargenomen aardse werkelijkheid en het per definitie subjectieve bovennatuurlijke. Met als gevolg dat bepaalde waarnemingen niet konden worden 'geplaatst' en als het ware buiten de schepping vielen. Hetgeen weer strijdig was met het alomvattende uitgangspunt daarvan. Door gnostici werd dit dilemma 'opgelost' door de schepping als het mislukte werk van een demiurg te beschouwen, dat buiten verantwoordelijkheid van de Ene (de grondoorzaak van alle dingen) had plaatsgevonden. Terwijl latere christelijke en islamitische denkers, op basis van uit Perzië afkomstige zoarasterse ideeën, uitgingen van een duale schepping: een goddelijk en een door duivels en demonen beheerst deel (licht versus duisternis) die in een voortdurende strijd met elkaar verwikkeld waren. Hogere werkelijkheid In de grotendeels ongeletterde Middeleeuwen werd deze geheugenkunst algemeen gebruikt voor het onthouden en verspreiden van religieuze teksten, het declameren van historische sagen en voor het reciteren van wetsteksten en verdragen tijdens rechtszittingen. Omdat de (handgeschreven) werken van Cicero nogal omvangrijk en schaars waren en een behoorlijke kennis van het Latijn vergden, werd in de tijd vooral gebruik gemaakt van een beknopt anoniem werkje 'Ad Herennium', dat eveneens uit de eerste eeuw v.C. dateerde en een vooral praktische inslag had. Daarnaast werd vanuit de Platonische Ideeënleer de idee overgenomen, dat wanneer je de onvolwaardige mens maar vaak genoeg confronteert met afbeeldingen van de archetypische 'hogere werkelijkheid', dit op een gegeven moment een heilzame uitwerking zou hebben op de innerlijk herkenning daarvan. Het vele beeldhouwwerk en glas-in-lood ramen in en aan met name gotische kerkgebouwen was niet alleen bedoeld als versiering, of als prentenboek voor analfabeten, maar was tevens een doelgerichte poging tot beïnvloeding van de psyche door het afbeelden van symbolische ideaaltypen. Geheugentheater Begin 15e eeuw maakte G. Camillo (1480 - 1544) grote indruk met zijn geheugentheater, dat onder andere deze Ideeënleer, Vitruvius, hermetisme en kabbala in zich verenigde en waarvan beweerd werd dat het alle kennis van de mensheid over de schepping bevatte (gesymboliseerd door de 'tempel van Salomo'). Dit idee werd naar Engeland gebracht door John Dee (1527 - 1608), wiskundige, geograaf en hermetisch filosoof, die grote delen van Europa bereisde en daar nauwe contacten onderhield met Renaissance-geleerden. Daar werd het verder uitgewerkt door Robert Fludd (1574 - 1637) in zijn studies over de werking van de menselijke geest, waarin de psyche door hem werd voorgesteld als een theater, waarin geest, ziel en verstand op een podium met elkaar reageren. Of de stellingname van F.A. Yates ('The Art of Memory', 1966) dat deze publicatie model zou hebben gestaan voor het 'Globe Theatre' - waarin begin 17e eeuw een groot deel van Shakespeare's toneelstukken in première gingen - juist is, of dat het gewoon ´in de lucht zat´, is nog steeds een punt van discussie. Een feit is, dat vanaf dat moment het theater niet meer alleen als plat volksvermaak werd gezien (zoals de middeleeuwse wagenspelen), maar tevens als middel om de diepere roerselen van de menselijke psyche uit te beelden én (wellicht nog belangrijker) om de menselijke geest te beïnvloeden. Die Zauberflöte De 18e eeuwse idee van de maçonnieke tempel als symbolische afspiegeling van de innerlijke psyche en van de ritus als archetypisch psycho-drama, kwam niet plotseling uit de lucht vallen. Maar was het product van een lange profane ontwikkeling, die uitmondde in een maatschappelijke behoefte om vorm te geven aan de 'wording van een nieuwe mens' op de drempel van een nieuwe tijd. Eind 18e eeuw was dit zowel in de architectuur als in de literatuur, muziek en theater een populair thema, evenals in de maçonnieke rituelen die in die tijd een daarop toegesneden sacraal en theatraal karakter kregen. Zoals bijvoorbeeld in de 'Rite Moderne', waarvan de hedendaagse Franse en Nederlandse ritualen zijn afgeleid. Voor de vormgeving werd daarbij aansluiting gezocht bij de klassieke Oudheid - waarin het zojuist herondekte Pompeï een belangrijke voorbeeldfunctie had - als bij allerlei vermeende esoterische tradities in Egyptische en hellenistische mysterie-cultussen. Een bekend voorbeeld hiervan is 'Die Zauberflöte' van W.A. Mozart, waarin dit soort elementen een belangrijke rol spelen en daarom wel als een vrijmetselaars-opera wordt beschouwd. In ditzelfde verband meldt M.P. Hall in 'Crata Repoa' (PRS, Los Angeles, USA, 1937/1965) dat toentertijd in loges allerlei zgn. 'historische' ritualen werden opgevoerd, zoals het door hem beschreven rituaal dat de inwijding van Plato in de Egyptische mysteries tot onderwerp heeft. Een open vraag blijft, wie hierbij wie beïnvloed heeft. Het is natuurlijk mogelijk, dat dit soort elementen toen vanuit de maçonnieke ritus de profane wereld hebben beïnvloed. Mede omdat men in die tijd niet geheimzinnig deed over wat in de loges gebeurde en die twee werelden toen veel minder gescheiden waren dan nu. Gezien de bekende gegevens is echter waarschijnlijker, dat de vrijmetselarij hierin de profane tijdgeest is gevolgd. Al was het maar, omdat Mozart 'Die Zauberflöte' als muziektheater op basis van een in die tijd populaire roman voor een profaan publiek heeft geschreven, het onder dit publiek zijn grote populariteit kreeg, en voor zover bekend geen maçonnieke voorlopers bestaan. Diepgewortelde behoefte In de afgelopen eeuw is de relatie tussen maçonnieke ritus en de door C.J. Jung bestudeerde archetypen onderwerp geweest van talrijke wetenschappelijke studies. Onder andere van M.M.J. Journée in zijn proefschrift 'de analytisch-psychologische conceptualisatie van het symbolische' (E.U., Rotterdam, 1999). Maar zoals J. Campbell in 'De held met de duizend gezichten' (Olympus, 1949/2000) aangeeft, maakten vermoedelijk de eerste sjamanen van de vroege mensheid al gebruik van dit mechanisme, dat blijkbaar in diep gewortelde menselijke behoeften voorziet. vorige artikel naar begin artikel volgend artikel |
© 2011 - uitgeverij de Steensplinter - All rights reserved |