Rondom de korenschoof

      

natuur- en plantensymboliek in de vrijmetselarij


      

A.M. van Harten, G. Naber, P. Stam, K. Verhoeff



      • Waar komen onze symbolen vandaan?
      • Wat is de herkomst van onze maçonnieke symboliek?


Deze omvangrijke en diepgravende studie van vier auteurs van loge 'De Korenschoof' bevat op deze vragen een aantal verrassende antwoorden.
De kern van de studie wordt gevormd door een inventarisatie van natuur- en graansymboliek, hun oorsprong en ontwikkelingsgeschiedenis:
welke vormen van natuursymboliek zijn wanneer in de maçonnieke werkwijze geïntroduceerd?
Gezien de naam van hun loge en de daarin uitgevoerde rituelen - waarin de wisseling van de seizoenen en de groeicycli van graan een belangrijke rol spelen - een voor de hand liggende keus.

Van daaruit zijn uitstapjes gemaakt naar meer algemene onderwerpen als de relatie tussen religie en natuur. Achtereenvolgens komen aan de orde:
• gebruik en betekenis van symbolen en rituelen
• natuursymboliek in oude godsdiensten en mythen
• plantensymboliek in enkele wereldreligies
• graan in volksgeloof en gebruiken in West-Europa
• plantensymboliek en vrijmetselarij (een historisch overzicht)
• gebruik van natuursymboliek in de rituelen van loge 'De Korenschoof'

Uit hun studie blijkt dat de meeste natuursymbolen van veel oudere oorsprong zijn dan de bijbel of het christendom.
Tegelijk blijkt echter, dat het merendeel van de door ons gebruikte symbolen geworteld is in de westeuropese christelijke traditie en dat hierin slechts weinig voorchristelijke, klassieke, germaanse of keltische invloeden bewaard zijn gebleven, resp. aantoonbare sporen van niet-westerse culturen in zich heeft opgenomen. Die niet-christelijke invloeden zijn er wel, maar dan toch vooral binnen een lokale gekerstende context.
In die zin kan gesproken worden van een typisch Nederlands, christelijk geïnspireerd symbolencomplex, dat met name na de reformatie in de 17e - 19e eeuw een eigen ontwikkeling heeft doorgemaakt.

De meest verrassende conclusie is echter, dat er geen specifieke maçonnieke symbolen bestaan, in de zin dat die alleen dáár zouden bestaan en uitsluitend aan maçons bekend zouden zijn.
Integendeel, alle door vrijmetselaars gebruikte symbolen kennen een niet-maçonnieke voorganger, zijn op een gegeven moment in onze werkwijze ingepast en hebben eerst daar hun specifieke ma‡onnieke betekenis gekregen.
Wel moet hierbij worden opgemerkt, dat omdat de ontwikkelingen binnen de vrijmetselarij en de profane maatschappij niet altijd synchroon lopen, door vrijmetselaars gebruikte symbolen soms niet meer door de maatschappij worden begrepen en hierdoor, ten onrechte, de suggestie van een zelfstandige maçonnieke symboliek kan worden gewekt.

Ook binnen de vrijmetselarij blijken symbolen aan verandering onderhevig en dat wat honderd jaar geleden als vanzelfsprekend werd begrepen, is vandaag mogelijk een onbegrepen traditie en morgen folklore.
Dit impliceert dat de ritus voortdurend aan verandering onderhevig is en loges voor de uitdaging staan geplaatst deze steeds weer aan de geest van de tijd aan te passen.
De in deze studie verzamelde symbolen, met hun achtergronden, kunnen daarbij een belangrijke inspiratiebron vormen en in ieder geval inzicht bieden in hoe voorgaande generaties vrijmetselaren hiermee om zijn gegaan.


omhoog   terug naar begin van deze pagina